• Normandië heeft veel gezichten, variërend van fraaie zandstranden tot krijtrotsen en een groen, heuvelachtig binnenland. (Meteen meer foto’s bekijken? Scroll naar beneden. Daar vindt u een fotopresentatie.)
Normandië: grote en verrassend veelzijdige regio met voor elk wat wils
Normandië verkennen we in gedeelten. Want het is een grote regio waar veel te zien is. Bovendien is Normandië voor ons niet zo ver, zodat we onze verkenning opsplitsen in lange weekends en midweekjes. Heerlijk, maar erg opschieten doet dat natuurlijk niet. In de Haute-Normandie hebben we ons tot dusverre vooral geconcentreerd op de kuststrook. En in de Basse-Normandie hebben we de Cotentin en de Calvados bezocht.
Om met de Calvados te beginnen: door omstandigheden hadden we maar zo’n anderhalve dag voor deze regio. Veel te weinig natuurlijk! De kuststrook van dit departement in de Basse-Normandie strekt zich uit van Honfleur in het oosten tot bijna bij Carentan in het westen. Dat betekende dus veel rijden en jammer genoeg weinig tijd om te fotograferen…
Vijftig kilometer badplaats
Het eerste deel, van Honfleur tot boven Caen, is een aaneenschakeling van drukke badplaatsen. Die strook is zo’n 50 kilometer lang. Niet zo ons ding, al zitten er aardige steden en dorpen tussen (zoals Honfleur en Deauville). En hier en daar stuit je op mooie stukken kust, zoals bij Houlgate (de Falaise des Vaches Noires).
Een kiezelstrandje in de Basse-Normandie. Op de achtergrond ziet u in zee nog resten van betonnen pontons, die de geallieerden hebben gebruikt tijdens D-Day.
Herinneringen aan D-Day
Verder kom je langs enorme zandstranden met namen als Juno Beach, Gold Beach en Omaha Beach. Het zijn de bekende Plages du Débarquement, waar de geallieerden op D-Day (6 juni 1944) aan hun opmars door Europa begonnen. (Meer lezen over de landing van de geallieerden in Normandië.) Schitterende stranden, maar ik kan er niet naar kijken zonder te denken aan al die arme mensen die hier tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld…
Het groene achterland
De verstedelijkte kuststrook werd ons na verloop van tijd te druk. Na een bezoek aan de indrukwekkende resten van Duitse bunkers op de Pointe du Hoc (lees meer over de slag om de Pointe du Hoc) besloten we een stukje achterland te bekijken. We vonden er beboste heuvels, appelboomgaarden, weilanden en… rust. Een verademening! We spraken af om dit gedeelte ‘later’ eens wat beter te bekijken. Maar dat is er tot dusverre nog niet van gekomen.
Haute-Normandie: de kust
De kust van de Haute-Normandie (het departement Seine-Maritime) strekt zich uit van Le Tréport in het noorden tot Le Havre in het zuidwesten. Het stuk tussen Le Tréport en Dieppe vonden we minder interessant dan het zuidelijke gedeelte (Dieppe – Le Havre). In Le Tréport genoten we wel erg van het uitzicht bij de Calvaire des Terrasses in de bovenstad. Je kunt er lopend, per (gratis) kabelbaan of per auto naartoe. (Meer informatie over deze attractie in Le Tréport) En in Jumièges bezochten we de indrukwekkende overblijfselen van de Abbaye de Jumièges. (Lees meer over de Abbaye de Jumièges) Ook Le Havre is een bezoekje waard. Heel interessant vond ik daar de markante Eglise Saint-Joseph. (Meer over de Eglise St.-Joseph)
Een deel van het indrukwekkende complex van de Abbaye de Jumièges.
Binnenland: geaccidenteerd en groen
Het binnenland van de Haute-Normandie is licht geaccidenteerd en groen. Aardig vinden we vooral de omgeving van
- de bossen van Eu en
- de bosgebieden tussen Dieppe en Neufchâtel-en-Bray (o.a. het Foret d’Eawy ).
Dé trekpleister van Normandië: de krijtrotsen
Dé trekpleister van de Haute-Normandie is de falaisekust, de Côte d’Albâtre (‘Albasten Kust’). Een mooie route langs de kust vinden we het stuk tussen Etretat en Veulette-sur-Mer. Etretat staat bekend om zijn indrukwekkende Falaise d’Amont en de Falaise d’Aval. Le Chemin des Douaniers biedt spectaculaire uitzichtspunten. (Hier krijgt u een indruk) Echt een aanrader dus.
Parkeren: kwestie van geduld
Maar zelfs ver buiten Het Seizoen is het meestal zo druk in en om Etretat dat je echt van geluk mag spreken als je ergens een parkeerplaats vindt. Het is een kwestie van geduldig blijven rondrijden tot ergens iemand weggaat. Hetzelfde geldt voor de aardige plaatsjes Saint-Valéry-en-Caux (met twee mooie falaises) en Veules-les-Roses. Evenals voor het grotere Fécamp.
Rustiger plekjes aan de falaises
Dan is het intieme Yport nog wat leefbaarder. We dalen meestal even af tot de parking onder aan de boulevard, vanwaar je een leuk uitzicht hebt op de falaisekust. Nog mooier is dat uitzicht vanaf het strand van Les Grandes Dalles, een dorp wat verderop richting Dieppe. Dat geldt ook voor Les Petites Dalles, maar vanwege de lichtval kun je daar het beste ’s morgens naartoe gaan om te fotograferen.
Heerlijk wandelen over de krijtrotsen
Het is een genot om bij mooi weer over de krijtrotsen te wandelen. Er zijn veel leuke paden en de wandelroute GR 21 voert je zelfs langs de hele kuststrook. Tip: parkeer op de hooggelegen Parking du Canon bij Veules-les-Roses. (Als u van het noorden komt, ligt hij vlak voor het dorp aan uw rechter hand.) Daar is altijd wel plaats, je hebt er een mooi uitzicht over de baai van Veules en van daaruit kun je ook prima wandelen. Maar kom niet te dicht aan de rand, want de falaisekust is onderhevig aan erosie. Met enige regelmaat storten er stukken krijtrots naar beneden…
Vanaf de krijtrotsen heb je een prachtig uitzicht over de kust. De falaises zijn hier en daar meer dan 30 meter hoog.
Basse-Normandie: de Cotentin
In de Cotentin (departement Manche) hebben we ons geconcentreerd op het noorden van het schiereiland, boven de lijn Carentan-Carteret. Want zuidelijker is het landschap nogal vlak.
De imposante falaisekust is dé trekpleister van de Haute-Normandie.
Fototechnisch vinden wij het grote Parc naturel régional des Marais du Cotentin et du Bessin ’s winters eigenlijk het aardigst, want dan staan grote delen onder water.
Moeras wordt zomers polderlandschap
In het voorjaar vallen de weilanden weer droog en bieden ze een heerlijk leefgebied voor weidevogels en vee. Dan doet het gebied denken aan ons eigen polderlandschap. Niet onaardig natuurlijk, maar daarvoor hoeven we niet helemaal naar Normandië.
Mooi uitzicht over de baai
Goed, het noorden dus. Het gebied ten oosten van Cherbourg vonden we aardig, maar niet spectaculair. De toeristische trekpleisters als Cap Lévi en de Pointe de Barfleur vielen ons een beetje tegen. De Pointe de Saire vinden we leuker. Je hebt er een mooi uitzicht over de baai van het altijd drukke havenplaatsje Saint-Vaast-La-Hougue.
Langs de ontelbare stranden en strandjes van Normandië vind je altijd wel een rustig plekje, waar je nauwelijks mensen tegenkomt.
Zoek het eens hogerop!
Wilt u een nóg mooier uitzicht? Ga dan een stukje het binnenland in naar het hoger gelegen dorp La Pernelle. Dat biedt bij helder weer een prachtig uitzicht op de baai van Saint-Vaast en die van Veys. Voor de foto’s kunt u dit uitzichtspunt het beste ’s middags bezoeken. Er is daar ook een groot restaurant met zicht op het panorama.
Binnenland is verrassend
We lieten het noordoosten van de Cotentin al snel achter ons. We waren meer gecharmeerd van het binnenland bezuiden en ten (zuid)westen van Cherbourg. Het landschap is er heuvelachtig en groen, met veel bos. Het is de moeite waard om er via kleine weggetjes eens doorheen te toeren. Het is er aangenaam rustig in vergelijking met het noordoosten.
De (noord)westkust: afwisseling
De west- en de noordwestkust van de Cotentin bieden veel afwisseling. We begonnen met een route tussen de Cap de Flamanville en Saint-Georges-de-la-Rivière (bezuiden de Cap de Carteret). De weg voert onder meer langs langgerekte baaien met enorme stranden en soms steile hellingen. Hier en daar word je getracteerd op hooggelegen uitzichtspunten.
Route des Caps: aanrader
Een mooie route dus. Maar de fraaiste en afwisselendste vinden we de Route des Caps. We volgden hem van Biville aan de westkust tot Omonville-la-Rogue in het noorden (nabij Cherbourg). Het stuk tussen Biville en Goury spreekt ons het meeste aan.
Op veel plaatsen in Normandië word je herinnerd aan het oorlogsverleden. Soms kom je monumenten tegen op onverwachte plekjes. Zoals hier, halverwege een lange en steile trap naar het strand.
Hoge duinen en krijtrotsen
Bij Biville heb je prachtige, hoge duinen waar je heerlijk kunt wandelen. Verderop wordt de kust rotsachtiger en bij de Nez de Jobourg en de Nez de Voidries kom je langs een stuk falaisekust. Het achterliggende binnenland wordt helaas ontsierd door het enorme fabriekscomplex van Électricité de France (EDF)(met onder andere een opwerkingsfabriek van uranium).
Ga in Normandië eens naar Ierland!
Bij Goury ligt een bijzonder gebiedje dat La petite Irlande wordt genoemd. Het doet inderdaad aan Ierland denken! Zeker toen wij er waren, want de ene regenbui volgde op de andere. ;-) Maar ja, Ierland en zijn Normandische evenknie zijn natuurlijk niet voor niets zo groen…
Cap de la Hague: belevenis
Daarna kom je bij de prachtige Cap de la Hague. Een wandeling over de paadjes rond de Cap is een belevenis! Voorbij de Cap richting Cherbourg wordt de kust weer een stuk vlakker. Tip: rijd deze route bij helder weer en trek er een hele dag voor uit. Het is de tijd en de moeite meer dan waard.
Foto’s van Normandie
Hieronder ziet u wat foto’s van onze reisjes naar Normandië.
