Houdt u van het werk van de Spaanse kunstschilder en beeldhouwer Joan Miró? Dan zit u het komende halfjaar goed. In de tuinen van het Rijksmuseum (Amsterdam) zijn van 19 juni t/m 11 oktober 21 van zijn sculpturen te bewonderen. En het Cobra Museum (Amstelveen) sluit daar bijna naadloos op aan: van 9 oktober t/m 31 januari 2016 toont het maar liefst 80 schilderijen van Miró.
Dat is heel bijzonder. Ten eerste is de expositie in het Rijksmuseum de allereerste beeldententoonstelling van Miró in Nederland. Er is zelfs een werkstuk te zien dat sowieso nooit eerder aan het publiek is getoond: de vier meter hoge Oiseau Lunaire.
Eerste overzichtstentoonstelling in 60 jaar
Verder is het al bijna 60 jaar geleden dat er zoveel werk van deze kunstenaar in ons land te zien was. De laatste grote overzichtstentoonstelling van zijn werk was in 1956 in het Stedelijk Museum (Amsterdam).
Internationale belangstelling voor Miró
De kunstwereld heeft op het ogenblik veel belangstelling voor Joan Miró, die leefde van 1893 tot 1983. Hij maakte dan ook heel bijzonder werk. Hij is eigenlijk het bekendst als kunstschilder. In zijn vaak kleurrijke doeken verwerkte hij graag magische gestaltes, dieren, zonnen en sterren. Maar behalve schilder was hij ook graficus, keramist en beeldhouwer.
Twee soorten sculpturen
Met beeldhouwen is deze boeiende kunstenaar pas na zijn 40ste begonnen, maar hij heeft toch nog zo’n 400 werken geproduceerd. Het gaat om twee soorten sculpturen:
- assemblages van objecten uit de natuur (bijvoorbeeld keien en boomstronken) of het dagelijks leven (als gereedschappen en etalagepoppen)
- volumineuze gestaltes met ronde, sensuele vormen die teruggrijpen op zijn schilderijen
Hij werkte het liefst met brons, dat hij soms in levendige tinten beschilderde.
Van kubist tot surrealist
Aanvankelijk was hij gecharmeerd van het kubisme. Maar na een ontmoeting met André Breton, de grondlegger en theoreticus van het surrealisme, gingen surrealistische invloeden domineren in zijn werk. Formeel heeft hij zich evenwel nooit aangesloten bij enige officiële stroming.
Surrealisme: de macht aan het onderbewuste
Wat is de kern van het surrealisme? Kort door de bocht: laat het onderbewuste de vrije loop en schakel verstand en logica zoveel mogelijk uit.
Originele atelier Miró nagebouwd in Amstelveen
Dit is Miró’s atelier in Palma de Mallorca. Hier werkte hij van 1956 tot zijn dood. Aan dit atelier is de Fundació Pilar i Joan Miró vastgebouwd. Het is een museum dat is gewijd aan de kunstenaar en zijn vrouw Pilar Juncosa.
Het atelier is voor de expositie nagebouwd in het Cobra Museum. Het bevat meer dan 40 originele voorwerpen. Niet eerder werd zijn atelier op zo’n grote schaal nagebouwd. Dat is mede mogelijk gemaakt door de Fundació Pilar i Joan Miró.
(Foto: Thor.)
Daardoor ontstaan interessante, absurde en vaak zinsbegoochelende fantasieën. Heel bekende surrealistische schilders zijn Salvador Dalí, René Magritte en Alberto Giacometti. Ook vandaag de dag speelt het surrealisme nog een rol in de beeldende kunst.
Werk Miró verwant aan CoBrA
Wat verbindt Miró en de kunstenaars van de CoBrA-beweging? Een speelse, experimentele benadering van kunst. Experimenten met allerlei materialen, vormen en technieken was voor zowel Miró als de CoBrA-kunstenaars een bron van kennis en vernieuwing. In de tentoonstelling in het Cobra Museum is een aantal van die technieken te zien, zoals werk op papier, keramiek, sculpturen, assemblages en beeldgedichten.
Ook werken van CoBrA-leden te zien
Bovendien is in zijn latere werk een bevrijding van vorm, gebaar en materiaal te zien die opvallende verwantschappen vertoont met werk en artistieke denkbeelden van CoBrA-leden. Dat illustreert het museum door behalve Miró’s werk ook 60 kenmerkende CoBrA-werken te tonen, onder andere van Karel Appel, Asger Jorn en Constant.
Miró aan de basis van CoBrA
En grappig genoeg werd de basis van de CoBrA-beweging gelegd tijdens een expositie van Miró’s werk in Parijs. De Deen Asger Jorn en de Nederlandse kunstenaar Constant Nieuwenhuis kwamen elkaar daar toevallig tegen en van het een kwam uiteindelijk het ander. Sindsdien loopt Miró als een rode draad door de geschiedenis van CoBrA.
Renske